InsingerGilissen: Vijfde MiFID II-seminar ‘Handel in de geest van de wet’

De AFM laat de teugels niet vieren. Alle vermogensbeheerders moeten per januari 2018 voldoen aan de eisen van MiFID II, aldus toezichthouder Gert Luiting tijdens een recent seminar van InsingerGilissen. ‘Maar het goede nieuws is: we staan niet op 3 januari op de stoep voor een full check.’

Of ze misschien wat later aan de nieuwe regels onder MiFID II mogen voldoen? Nerveuze marktpartijen melden zich de laatste tijd geregeld met deze vraag bij de AFM. ‘De bottomline is: nee’, aldus Gert Luiting. Hij is hoofd accounttoezicht bij de AFM en nog tot het nieuwe jaar ook hoofd Lenen, sparen en retailbeleggen. ‘Wel realiseren we ons dat de precieze invulling van een aantal onderwerpen laat komt, zoals de eisen aan vakbekwaamheid. Dan zijn we wat coulanter. We handelen proportioneel.’ Zijn advies: ‘Ook als de duiding van bepaalde richtlijnen nog niet helemaal duidelijk is, kun je er gewoon mee starten. Veel is al getackeld in de beschikbare vragenlijsten van de Europese toezichthouder Esma. Zijn die Q&A’s niet cristal clear? Rond de twijfel dan af in het voordeel van je cliënt.’  

Andere vraag die Luiting en zijn collega’s bij de AFM de laatste tijd nogal eens voorgelegd krijgen, is of vermogensbeheerders op 3 januari een volledige controle kunnen verwachten. Luiting: ‘Het goede nieuws is: nee. De AFM houdt thematisch onderzoek.’

Schadelijke producten

Niet alleen marktpartijen krijgen met nieuwe regels te maken, ook de AFM zelf gaat onder MiFID II anders te werk. Straks moet de toezichthouder bij ‘evident schadelijke’ financiële producten ingrijpen en die in het ergste geval uit de markt halen. ‘Daarmee kunnen wij de betere bescherming van de belegger aan de wortel aanpakken’, aldus Luiting. Daarnaast moeten beleggingsondernemingen vanaf 3 januari voldoen aan de productontwikkelingseisen. Dit was een van de onderwerpen waaraan de AFM op Europees niveau heeft meegeschreven. Medewerkers zitten in verschillende Esma-werkgroepen. ‘Wij zijn best actief in Europa’, zegt Luiting. ‘Dat is ook nodig. Ben je te weinig aan de bal, dan krijg je Q&A’s die minder goed bij je eigen markt passen.’

Moeten we niet vrezen voor verschraling van de markt? De AFM vindt inderdaad dat bepaalde producten niet geschikt zijn voor particuliere beleggers, bevestigt Luiting. Hij denkt daarbij aan complexe producten, zoals coco’s (uiterst risicovolle obligaties) en beleggingsproducten met erg hoge hefbomen. ‘Ga je zulk soort producten verbinden met de doelgroepbeschrijvingen, dan kun je ze toch al niet meer aanbieden. Ik zie dit niet als een verschraling van de markt, maar als een beperking die particulieren ten goede komt. Sommige producten zijn voor hen gewoon niet geschikt.’ Mogen dergelijke ingewikkelde producten wel in de portefeuille zitten van beheercliënten? ‘Ook niet’, aldus Luiting.

Relatie met de cliënt

Straks moeten de cliënten van vermogensbeheerders veel meer informatie doorwerken over beleggingsproducten en adviezen, en krijgen zij een waarschuwing als de portefeuille of sommige individuele beleggingen (waaronder derivaten) 10 procent in koers dalen. Bederven al die verplichte meldingen niet de goede relatie met de cliënt? Volgens Luiting komt het aan op de wijze waarop je communiceert. ‘Die is in vergaande mate cruciaal. Breng je de nieuwe regels als een probleem, dan creëer je paniek. Maar als vermogensbeheerder ken je je cliënt. Je moet de vereisten zo zien te kantelen dat die de toegevoegde waarde ervan inziet.’

Lijstjes afvinken

Het risico van een project als MiFID II is volgens Luiting dat het lijstjes afvinken wordt, zonder het doel voor ogen te houden: dat de belegger geschikte producten en juiste informatie krijgt. Dat moeten we zien te voorkomen. Hoe? ‘Handel in de geest van de wet en houd ondanks de druk de deur open naar goede beleggingsproducten. De ICT fiksen kost veel tijd. Maar ik zie dat de ambitie van de meeste marktpartijen is om de cliënt mee te nemen, over te brengen wat hij met MiFID II opschiet. Daar word ik vrolijk van. Dat is immers waar je het uiteindelijk voor doet.’