Column
Opinie

De mysterieuze verdwijning van de inflatie

Economen hebben de laatste jaren niet uitgeblonken in het voorspellen van de inflatie. Dat weerhoud ze er niet van door te gaan met het ventileren van visies. Het zal misschien arrogant klinken, maar volgens mij heb ik het op dit terrein wel iets beter gedaan dan de gemiddelde econoom. Desondanks past ook mij uiteraard bescheidenheid.

Inflatie is het verschil tussen het prijspeil op een zeker moment en dat van een jaar eerder. Als je onder ogen ziet dat je niet zo precies weet hoe het verder zal gaan met het prijspeil, kan je in ieder geval gebruikmaken van wat je wel weet. Je hoeft maar in de statistieken te kijken en je vindt hoe het prijspeil zich het afgelopen jaar van maand tot maand ontwikkelde. Dat is het halve werk. De ‘basiseffecten’ laten zich makkelijk uittekenen.

Wie dat voor Nederland doet, ziet direct dat ons de komende maanden een spectaculaire daling van de inflatie te wachten staat. In de vier maanden van juli tot en met oktober vorig jaar stegen de prijzen met liefst 7,7%. Tenzij de gasprijs opnieuw explodeert, gaat dat dit jaar niet wederom gebeuren. Wat betekent dat voor onze inflatie? Rekent u even mee?

In oktober mogelijk onder nul

Uitgangspunt is de officiële inflatie voor juni: 5,7%. In de eerste zes maanden van dit jaar steeg het prijspeil elke maand gemiddeld met iets meer dan 0,2% per maand. Als dat gemiddelde de komende vier maanden doorzet, staat de inflatie in oktober op -1,0%! En om precies op de 2%-doelstelling van de ECB terecht te komen, mag het prijspeil de komende vier maanden met meer dan 1,0% per maand stijgen. 

Natuurlijk zijn de prijzen voor brandstoffen zojuist weer gestegen, maar de kans dat de inflatie in oktober in de buurt van 0% ligt, lijkt mij groot. Ik ben benieuwd hoe de toon van het maatschappelijke debat zich ontwikkelt wanneer deze spectaculaire daling zich manifesteert. En welke invloed zal de mysterieuze verdwijning van de inflatie op het cao-overleg hebben? Overigens vliegt de inflatie in november dan wel weer stevig omhoog doordat het prijspeil vorig jaar in november fors daalde, maar dat terzijde. 

Een vraag die aan de orde zal moeten komen, is of de inflatie overwonnen is wanneer het cijfer bij de ECB-doelstelling of lager uitkomt. Die conclusie zou prematuur zijn. 

Disinflatie gedreven door tijdelijke factoren

Toen de inflatie vanaf medio 2021 opliep, meenden veel economen dat de hogere inflatie tijdelijk zou zijn. Dat bleek onjuist. Op het gevaar af dezelfde fout te maken, zeg ik nu, omgekeerd dat de daling van de inflatie zoals we die al maanden zien en ook de komende maanden zullen zien voor een belangrijk deel gedreven wordt door tijdelijke factoren. De energieprijzen blijven niet dalen. Over de voedselprijsinflatie is veel ophef omdat het iedereen dagelijks raakt en huishoudens met de laagste inkomens het hardst. Winstmarges op voedingsmiddelen zijn gestegen, maar de voedselprijsinflatie wordt vooral bepaald door de internationale agrarische prijzen en de energieprijzen, zij het met forse vertragingen. Op basis van die twee is te voorspellen dat de voedselprijsinflatie zich nog maandenlang zal matigen. Maar uiteindelijk houdt dat ook op.

De inflatie van de eurozone heeft zich de afgelopen anderhalf jaar minder volatiel ontwikkeld dan de onze. Momenteel ontlopen de twee elkaar niet veel. Ook voor de inflatie van de eurozone valt te verwachten dat die in oktober een stuk lager is dan nu, maar niet zo veel lager als de onze. Ik schat dat het inflatiecijfer in de eurozone in oktober ergens tussen de 2% en 3% zal uitkomen. Ik ben heel benieuwd of er dan druk op de ECB zal worden uitgeoefend om de rente te verlagen en hoe zij met die druk zal omgaan. Helemaal als de werkloosheid dan overal oploopt. Dat wordt het moment van de waarheid.

Han de Jong is voormalig hoofdeconoom van ABN Amro. Hij schrijft wekelijks voor Investment Officer  over economie en markten. Meer informatie over zijn visie kunt u lezen op Crystal Clear Economics.